In juni gaan we ieder jaar met vrienden een week op fietsvakantie. Dit jaar staat eerst een paar dagen in de omgeving van de Mont Ventoux op het programma om vervolgens te verplaatsen naar Barcelonnette waar veel bekende Tour de France beklimmingen op ons liggen te wachten, waaronder Col de la Bonette, Col du Vars en de Izoard.
Dit jaar is voor mij de fietsvakantie wat anders dan normaal omdat in augustus de Iron Man van Maastricht op de planning staat, dus dat betekent ook hardlopen en zwemmen deze week, maar de nadruk ligt toch op lekker fietsen. Helaas is na 4 dagen fietsen (zonder gekke en extreme tochten te hebben gemaakt) de aanhechting naar mijn rechterknie overbelast en ben ik noodgedwongen de laatste dagen de fiets rechts te laten staan in deze prachtige omgeving. Hierdoor heb ik onder andere niet het bekende en prachtige Trois Col rondje kunnen doen. Deze blijft dus nog even op de bucket list staan, maar is zeker een aanrader als je hier bent.
Overzicht van de week
Dag 1: Mont Ventoux vanuit Sault (58km – 1329hm)
Dag 2: Mont Ventoux vanuit Bedoìn (90km – 2310hm)
Dag 3: Col de la Bonette (66km – 1805hm)
Dag 4: Col d’Izoard (64km – 2087hm)
Totaal: 278km & 7.531hm, wat er op de kaart als volgt uitziet:

Dag 1: Mont Ventoux vanuit Sault (58km – 1329hm)
Ritinfo

Link naar Strava activiteit.
Naam beklimming | Lengte | Gem % | Aantal hm | Hoogte top |
Mont Ventoux vanuit Sault | 25,6km | 4,5% | 1216 | 1911m |
Verslag rit
Ikzelf ken de Ventoux maar al te goed van mijn poging in 2014 tot Galerièn de Mont Ventoux (4x de Ventoux op, waarvan 1x deels onverhard op één dag). Aangezien de rest van de groep nog nooit deze legendarische beklimming is opgereden, hebben we besloten deze mee te pikken op weg naar Barcelonnette. Halverwege de middag komen we aan bij onze stacaravan in Sault. Om toch nog even op de fiets te kunnen zitten, fietsen we met de hele groep op het tempo van de langzaamste omhoog vanuit Sault. Dit is de makkelijkste kant om naar de top te fietsen, al rijd je de laatste 6 kilometer hetzelfde traject als wanneer je start vanuit Bedoìn.
Het zonnetjes schijnt heerlijk en we dalen eerst een stukje af tussen de lavendelvelden om vervolgens aan de lekker lopende eerste 20km van deze klim te beginnen. Dit deel van de klim loopt door de bomen gestaag omhoog. Vanaf Chalet Reynard wordt het steiler en valt de groep wat uiteen omdat iedereen toch net wat lekkerder klimt op zijn eigen tempo. Tot de laatste kilometer peddel ik mee omhoog, groeten Tom Simpson en besluit ik de laatste kilometer volle bak te rijden. Met frisse benen start ik aan deze laatste kilometer en wat blijkt, ik fiets deze net zo hard omhoog als Laurens ten Dam in de tour van 2013, waarbij hij deze kilometer aflegt aan het einde van een 242km lange etappe waarbij de beentjes niet zijn gespaard. Zo blijkt maar weer hoe ontzettend groot het verschil met een prof is! Bovenop de top is het druk en wachten we op elkaar om vervolgens een foto te schieten en terug naar Sault af te dalen. In Sault komen we langs een Pizza truck en bestellen hier heerlijke pizza die er toch wel lekker in gaat!



Dag 2: Mont Ventoux vanuit Bedoìn (90km – 2310hm)
Ritinfo

Link naar Strava activiteit.
Naam beklimming | Lengte | Gem % | Aantal hm | Hoogte top |
Colde Notre Dame des Abeilles | 8,8km | 3,6% | 351 | 995m |
Mont Ventoux vanuit Bedoìn | 17,1km | 5,8% | 993 | 1911m |
Verslag rit
Dag 2 staat in het teken van de “echte” Mont Ventoux. We besluiten een ronde te rijden, door eerst via wat heuvels naar Bedoìn te steken om vervolgens vanuit daar naar de top te rijden en tot slot afdalen naar Sault.
Na een goed ontbijt fietsen we ’s ochtends Sault uit en starten met een kleine afdaling voor we aan de eerste col van de dag beginnen. Echt moeilijk is deze klim niet, maar wel lekker om de beentjes wat op te warmen en de route naar Bedoìn is zeer fraai.

Aangekomen in Bedoìn vullen we de bidons in het fonteintje en starten aan de zware 21km die komen gaan. Vanaf hier fietst iedereen op eigen tempo en ik ga er voor om zo snel mogelijk boven te komen. De eerste 5 á 6 kilometer zijn goed te doen, maar van mijn vorig avontuur op deze klim weet ik dat het stuk in het bos erg zwaar is en nergens echt afvlakt. Onderweg kom ik genoeg andere fietsers tegen en hieruit blijkt toch wel dat de Mont Ventoux net als bijvoorbeeld Alpe d’Huez en Stelvio erg veel fietsers trekken. De klim is als vanouds weer erg mooi en ik geniet en lijdt in het bos. Bij Chalet Reynard kan ik even op adem komen omdat het daar een stuk nagenoeg vlak is. Hier fiets je het bijzondere maanlandschap binnen en is er geen beschutting meer voor de wind. De wind staat schuin tegen, maar is niet heel sterk vandaag, dus dat is een geluk! Moe maar voldaan kom ik boven in een tijd van 1:28:36. Tijdens het afdalen heb ik nog een schrikmomentje, nadat mijn fiets compleet uit balans begint te schudden. Tijdens het remmen werd dit alleen maar erger en net als ik denk dat ik over mijn stuur ga duiken trekt de fiets recht en kom ik tot stilstand. Aangezien ik met triathlon setup fiets, is mijn fiets niet helemaal juist in balans wat gevaarlijke situaties oplevert. Toch maar af en toe bijremmen en blijven opletten deze week. Terug op de camping zoeken we verkoeling bij het zwembad waar nog een zwemtraining op het programma staat!


Dag 3: Col de la Bonette (66km – 1805hm)
Ritinfo

Link naar Strava activiteit.
Naam beklimming | Lengte | Gem % | Aantal hm | Hoogte top |
Col de la Bonette | 23,2km | 6,8% | 1586 | 2802m |
Verslag rit
Na een ochtendloopje vertrekken we na het ontbijt naar onze volgende uitvalsbasis in Barcelonnette. Deze verplaatsing van de Provence naar de Alpen neemt ongeveer 2,5u in beslag. Na het inchecken en installeren maken we ons op om naar het dak van Frankrijk te fietsen. De Col de la Bonette is met 2715 meter hoogte de op een na hoogste bergpas van Europa (na de Col de l’Iseran). Bovenop de col is nog een extra lus gelegd voor de Tour de France genaamd Cime de la Bonette. Met deze lus klim je naar bijna 2802 meter hoogte en daarmee is deze wel hoger dan de Iseran.
Het stuk door het dal naar Jausiers is lekker om warm te fietsen en nagenoeg vlak en loopt af en toe heel licht omhoog. Eenmaal aangekomen in Jausiers draaien we de Bonette op. De klim is erg rustig aan het eind van de middag. Het asfalt is heerlijk strak en naarmate we wat hoger komen worden we beloond met fenomenale uitzichten. Qua stijgingspercentage is de klim goed te doen en het klimwerk is regelmatig. De eerste helft van de klim is een dalklim die over het geheel redelijk recht naar het zuid-oosten loopt, maar zo nu en dan zit er een serie haarspeldbochten in om een obstakel te overwinnen. De tweede helft van de klim kronkelt wat meer en de temperatuur daalt flink.
4km voor de top slingeren we langs iets wat lijkt op een oude bunker. Later blijkt dit Caserne de Restefond te zijn welke onderdeel is van een verdedigingslinie gebouwd in de jaren 30. Het landschap bovenin wordt saaier met veel rots en sneeuw en is een teken dat de top nadert. Bovenop de col aangekomen klimmen we door richting Cime de la Bonette. Deze lus kun je 2 kanten op fietsen, maar aangezien één kant dicht is (waar we naar 100 meter achterkomen, hebben we nog één optie over. Hier komen we 400 meter verder tot er sneeuw over de weg ligt. De col was open, maar het lusje om de bergtop kent logischerwijs wat minder prioriteit.

Na wat foto’s schieten trekken we ons windjack aan, wat een uitdaging is met de harde ijzige wind. De Garmin geeft aan dat het 3 graden is en met deze wind voelt dat nog net even wat kouder aan. Rillend beginnen we aan de lange afdaling naar Jausiers. Waar het de eerste kilometers overleven is, neemt langzaamde temperatuur toe en gaat dit over in genieten van het prachtige groene landschap wat lager op de klim. Regelmatig stop ik om een foto te maken. Op weg naar beneden komen we nauwelijks verkeer tegen. Wat een topklim deze Bonette!
Eenmaal beneden gekomen rijden we valsplat kop over kop terug naar Barcelonnette. Halverwege begint het hard te regenen en binnen no time zijn we van top tot teen doorweekt. Dat mag de pret niet drukken, want niet veel later zijn we thuis en genieten we van een flink bord pasta!







Dag 4: Col d’Izoard (64km – 2087hm)
Ritinfo

Link naar Strava activiteit.
Naam beklimming | Lengte | Gem % | Aantal hm | Hoogte top |
Col d’Izoard | 34,3km | 4,3% | 1541 | 2360m |
Verslag rit
Met de auto rijden we in een uur over Col du Vars naar Guillestre. Vanuit hier is het plan om de Izoard te beklimmen en bij terugkomst eventueel nog de klim naar skioord Risoul (ook bekend uit de TdF). Vanuit Guillestre is de beklimming ruim 34km lang, dus dat is flink en lijkt daarmee het kleinere broertje van de Col d’Iseran. De eerste helft is erg makkelijk en je fiets met milde stijging redelijk recht door het dal. In het eerste deel zitten meerdere tunnels, dus lampjes op de fiets is geen overbodige luxe. Na 16km heb je de mogelijkheid om de afslag te pakken naar Col d’Agnel (vanaf dit punt op en neer 50km), maar dat doen we vandaag niet.
11km voor de top fietsen we door een dorpje en zien we in de verte de weg slingerend tegen een heuvel omhoog lopen. Althans, het lijkt een heuvel naast de hogere bergtop die ernaast ligt. Dat het meer is dan een heuvel komen we snel achter, want de laatste 10km slingert met gemiddeld 8% omhoog. Ondanks dat de klim gemiddeld niet zo zwaar is, zit er toch een behoorlijke op zich zelf staande slotklim in die een stuk zwaarder is dan het geheel doet vermoeden. Dit is overigens wel vaker zo bij beklimmingen van 30+ kilometers zoals de Iseran, Grand Saint Bernard en Kaunertaler Gletscherstrasse bijvoorbeeld.
Ondanks dat de laatste 10km zwaar zijn, is het ook het mooiste deel van de klim. Doordat je hier snel aan hoogte wint wordt het uitzicht snel fraaier. Het wegdek waar we op rijden is nat, maar zelf hebben we geen druppel regen gehad. Een gelukje dus. Eenmaal over de “heuvel” volgt een klein stukje naar beneden om vervolgens nog 4 kilometer naar de top te klimmen. Hier staat een machtige stenen pilaar met het col bordje erop. Aan de andere kant kun je afdalen naar Briançon, maar ons plan is over dezelfde weg terug naar Guillestre. Overigens is een rondje goed te doen, aangezien je vanuit Briançon door het dal in 30km naar Guillestre fietst.
Aangezien de afdaling nat ligt dalen we voorzichtig af. Verderop in het dal begint het te gieten en onweren en is het even wat minder relaxt op de fiets te zitten. Vooral de klappen en flitsen die dichtbij komen zijn spannend en door de regen is het ook erg koud om af te dalen. Heel mijn fiets schokt van de rillingen in mijn lichaam. Eenmaal aangekomen bij de auto zetten we de verwarming aan, halen (veel eten) bij de lokale supermarkt en rijden terug naar huis. Doordat we doorweekt zijn en ik last van mijn knie heb gekregen laten we Risoul maar even zitten.





Love tthis
LikeLike