In juni gaan we ieder jaar met vrienden een week op fietsvakantie. Dit jaar staan de Franse Alpen op het programma en onze standplaats is het skidorpje Montricher Albanne. Elke rit die vanuit het huisje vertrekt, eindigt hierdoor met een klim (Les Karellis) van 8km à 8%. Vanuit het Maurienne-dal starten onder andere de bekende alpenreuzen Galibier, Madeleine, Croix de Fer en de Glandon. Ook La Marmotte rijdt door dit dal op weg van de Glandon naar de Galibier. We rijden hier onze eigen editie van La Marmotte en pikken ook Gran Fondo Sestrière in Italië mee met de beruchte (deels onverharde) Colle delle Finestre.
Overzicht van de week
Dag 1: Mont Denis & Les Karellis (49,2km – 1619hm)
Dag 2: La Marmotte + Les Karellis (209,1km – 5554hm)
Dag 3: Col de la Madeleine, Col du Chaussy & Les Karellis (119,5km – 3447hm)
Dag 4: Gran Fondo Sestrière (117,6km – 3810hm)
Dag 5: Rustdag – Wandelen naar Grand Coin (9,2km – 1179hm)
Dag 6: Col de l’Iseran (113,7km – 3010hm)
Dag 7: Mollard, Toussuire, Croix de Fer & Les Karellis (146,5km – 4489hm)
Totaal: 756km & 21.929hm, wat er op de kaart als volgt uitziet:

Dag 1: Mont Denis & Les Karellis (49,2km – 1619hm)
Ritinfo

Link naar Strava activiteit.
Naam beklimming | Lengte | Gem % | Aantal hm | Hoogte top |
Mont Denis | 11,1km | 8% | 854 | 1464m |
Les Karellis | 7km | 8% | 560 | 1246m |
Verslag rit
Op de dag van aankomst willen we toch nog even het stramme uit de beentjes fietsen, aangezien we morgen La Marmotte gaan fietsen. Vanuit het kleine skidorp Montricher dalen we over prima asfalt af naar het Maurienne-dal. We hebben niet echt een route gepland, maar rijden richting het noorden en besluiten de eerste de beste beklimming te pakken die het dal uitloopt. We volgen de bordjes Mont Denis, die zoals de naam doet vermoeden haast wel omhoog moet lopen en dat blijkt even later ook zeker te kloppen!
Ondanks dat deze beklimming niet is terug te vinden op sites als Cyclingcols, is het toch een serieuze beklimming met 11km tegen 8% gemiddeld. Wat een luxe eigenlijk als je dit soort beklimmingen hebt, maar ze niet noemenswaardig zijn om ergens te vermelden.
Mont Denis kronkelt over een prima weggetje naar het dorp Les Villes waar de verharde weg ophoudt. Eenmaal boven draaien we om en dalen af om vervolgens over dezelfde weg weer terug naar het huisje te fietsen. Deze klim staat vaker op het programma, omdat we toch echt naar boven moeten om te kunnen relaxen. De Klim is eigenlijk 15 kilometer lang (14 als je de eerste afdalende kilometer niet meerekent), maar we overnachten on Montricher, wat 5km onder de top ligt. Weliswaar tegen 8% klimmen, dus uitfietsen kun je het niet echt noemen.



Dag 2: La Marmotte + Les Karellis (209,1km – 5554hm)
Ritinfo

Link naar Strava activiteit.
Naam beklimming | Lengte | Gem % | Aantal hm | Hoogte top |
Col du Galibier | 35,1km | 5,5% | 2095 | 2642m |
Alpe d’Huez | 14,3km | 7,9% | 1127 | 1845m |
Col du Glandon | 29,9km | 4,1% | 1424 | 1924m |
Les Karellis | 7km | 8% | 560 | 1246m |
Verslag rit
Omdat we nagenoeg aan het parcours van La Marmotte zitten en we deze graag ook af willen strepen, stond vandaag de langste en zwaarste rit van de week op het programma. Namelijk onze eigen versie van La Marmotte. Waar La Marmotte 174km lang is, stond er voor ons nog 35km extra op het programma, aangezien we vanuit ons appartement af moeten dalen naar het dal en we dit uiteindelijk ook weer omhoog moeten. Ook moeten wij Alpe d’Huez weer af om onze route te vervolgen, in tegenstelling tot de officiële cyclosportieve die daar op de top finisht.
’s Ochtends iets na 8 uur vertekken we voor deze lange dag in het zadel. Het weer is prachtig en niet te warm. Eenmaal afgedaald fietsen we naar Saint Michel de Maurienne om op ons gemakje aan de combinatie Télégraphe en Galibier te beginnen. We doseren onze energie heel goed, wetende wat er allemaal nog gaat komen en na 50km zijn we boven. Deze mythische col uit de Tour de France kan dus mooi van de bucket list af en is een fijne klim om te doen en onderweg was het verrassend rustig. In het begin kenmerkt de klim zich door veel haarspeldbochten en kronkel je lekker omhoog. Een maal boven op de Col du Télégraphe gaat de weg wat rechtlijniger door het dal naar de top van de Galibier en zie je steeds meer sneeuw om je heen. Richting de top moet (zoals bij veel van dit soort Alpenbeklimmingen) nog wat hoogte verschil worden goedgemaakt en zit nog een serie haarspeldbochten.
Op weg naar beneden kom je langs de lager gelegen Col du Lautaret waar je ook af kunt dalen naar Briançon. Wij doen dat uiteraard niet en zetten koers richting Bourg d’Oissans. Na 28km heerlijke afdaling moeten we de hoofdweg verlaten in verband met onderhoud van de Chambontunnel die kampt met instortingsgevaar. Hiervoor is er een alternatieve weg aangelegd die dwars door het bos aan de andere kant van het Chambon meer is gelegd. Deze weg is bijzonder om te fietsen en kronkelt een beetje onnatuurlijk door het landschap en er zitten zo nu en dan wat vreemde bochten in en gaat een beetje op en af. Eenmaal beneden hebben we 94km op de teller staan en pas één beklimming gedaan. Op zich wel lekker zo!

Eenmaal beneden fietsen we door een vlakke vallei en stoppen net voor Bourg d’Oissans op een verlaten camping om onze bidons te vullen. Uiteraard staat hier het slotstuk (niet voor ons) van La Marmotte te wachten. We hebben deze klim 4 jaar geleden ook al een keer gereden, dus nieuw is het niet. Toen in ruim een uur op een stalen ros op een veel te zwaar verzet (39×23). Hoe ik dat destijds rond heb gekregen vraag ik me nog steeds af. Vandaag fietsen we wat rustiger omhoog en doen we er 1:14 over. Zoals altijd is het hier behoorlijk druk en daar geef ik persoonlijk wat minder om, maar dat hoort er ook een beetje bij. De col du Solude naar Villard Notre Dame aan de overkant van het dal is veel fraaier en ook nog zwaarder (wel een paar kilometer korter) en daar zie je haast niemand (tip om deze zeker te fietsen als je in de buurt bent). Ook Col du Sabot vlakbij Oz (afslag op de Col du Croix de Fer) is een pareltje die zwaarder is dan Alpe d’Huez, maar deze kent ook haast niemand.
Eenmaal boven op de top vullen we onze bidons en werken een broodje naar binnen voor dat we aan de afdaling beginnen en door het dal naar de Glandon fietsen.

Na 134km fietsen beginnen we officieel aan deze klim, alleen kun je de eerste 8km niet echt klimmen noemen, omdat deze gemiddeld met 1% stijgen. Dat is altijd vertekenend bij dergelijke lange klimmen. Als je de eerste 8km en de 3 dalende kilometers halverwege eraf haalt, resteert 19km tegen ruim 6%. Eenmaal voorbij Lac du Verney starten we echt aan de Glandon. In 2012 hebben we de Croix de Fer al eens gefietst en eigenlijk is de Glandon vanuit de zuidkant exact de Croix de Fer, alleen sla je een paar kilometer voor de top linksaf en ben je boven op de Glandon. Met name op de steilste stukken van de Glandon (13km voor de top) waar een strook is van 14% merk ik dat mijn benen het beste hebben gehad. Toch voelt het behalen van de top als een “we zijn er bijna momentje”, omdat we alleen nog maar hoeven af te dalen naar het Maurienne dal en vervolgens door het dal naar de slotklim richting ons huisje hoeven te fietsen en als we daar zijn zijn we er echt bijna. Toch moeten we nog 45km en 800 hoogtemeters (waar we een kleine 2 uur over doen), dus we zijn er eigenlijk nog helemaal niet bijna… Maargoed, beter positief denken dan negatief!

Eenmaal op de top van de Glandon zijn we 9,5 uur onderweg, waarvan 8,5 uur in het zadel. De afdaling is lekker en eenmaal aangekomen in het dal loopt het toch vies vals plat omhoog. We rijden hier behoorlijk door (zo voelt het in ieder geval) en het doet pijn. Dit deel is ook niet het mooiste van de route omdat je hier over een drukkere autoweg rijdt. Eenmaal aangekomen in Saint Julien-Mont Denis rest nog 7km tegen 8% klimmen, maar dan zijn we ook direct thuis! Onder aan de klim is een waterput en we tanken de bidons nog een laatste keer vol. Gestaag klimmen we omhoog en we zijn blij als we het kerkje van Montricher zien. We zijn er! 10:16 uur, 209km en 5554hm later. Het is een mooie dag geweest!




Dag 3: Col de la Madeleine, Col du Chaussy & Les Karellis (119,5km – 3447hm)
Ritinfo

Link naar Strava activiteit.
Naam beklimming | Lengte | Gem % | Aantal hm | Hoogte top |
Col de la Madeleine | 19,4km | 7,9% | 1529 | 1999m |
Col du Chaussy | 13,8km | 7,5% | 1034 | 1533m |
Les Karellis | 7km | 8% | 560 | 1246m |
Verslag rit
Vandaag is een relatieve rustdag en we besluiten de beruchte tourklim Col de la Madeleine te fietsen. Om er daadwerkelijk een “rustdag” van te maken, fietsen Freek en ik (samen hebben we gisteren La Marmotte gereden) op het tempo mee van de rest. Zoals de andere dagen start de dag wederom met een afdaling van Les Karellis. Deze ligt nat deze keer, dus dat is wat minder en het is behoorlijk fris. Door het dal fietsen we ons warm op weg naar de voet van de Madeleine.
Vanuit La Chambre kun je op 2 manieren naar de top. Over de drukke doorgaande weg of via een wat rustiger bosweggetje via Montgellafrey. Omdat we liever rustig omhoog fietsen en liever niet over dezelfde weg terug, pakken we de rustigere weg (wat een aanrader is) om vervolgens over het strakke asfalt naar beneden te denderen. De klim is onderaan behoorlijk pittig met een paar kilometer van 10% gemiddeld. Dit vlakt vervolgens wat af en loopt vervolgens lekker door tot de top. De laatste 5km is hetzelfde als wanneer je de grote weg omhoog pakt. Richting de top rijden we tussen de sneeuw en boven aangekomen gaan we uiteraard met het col bordje op de foto. Ondanks dat het profielkaartje de top op 1999 meter hoogte geeft, hebben ze er op de top 2000 van gemaakt. Wel zo mooi natuurlijk!

Omdat de benen goed voelen (zeker na een dag als gisteren) besluiten we op de terugweg door het dal de bekende haarspeldbochtenklim Lacets de Montvernier en Col du Chaussy mee te pakken, wat als het ware in elkaar over gaat. Zoals gezegd starten we met Lacets de Montvernier, waar in 2 kilometer 17 haarspeldbochten zich in no time opvolgen. Door tunneltjes en over een smalle weg heb je hier snel een prachtig uitzicht over het dal. Vervolgens rijden we door naar de top van Col du Chaussy. De klim loopt lekker en dat is fijn op een dag als vandaag. Boven aangekomen maken we een praatje met de Brit die ons de laatste paar kilometer heeft vergezeld en dalen we over dezelfde weg af naar het dal. In Montvernier aangekomen pakken we niet de serie haarspeldbochten, maar een betere weg omlaag richting Hermillon. Als je Col du Chaussy overigens aan de andere kant afdaalt kom je uit op de weg naar de top van de Madeleine. Ook op deze manier dus leuk te combineren! Op weg naar huis sluiten we uiteraard af met Les Karellis en zijn we weer thuis. Een langere, maar niet minder leuke dag dan gepland!




Dag 4: Gran Fondo Sestrière (117,6km – 3810hm)
Ritinfo

Link naar Strava activiteit.
Naam beklimming | Lengte | Gem % | Aantal hm | Hoogte top |
Colle delle Finestre | 18,2km | 9,3% | 1692 | 2176m |
Sestrière vanuit Pourrières (Oost) | 17km | 3,7% | 631 | 2035m |
Sestrière vanuit Sauze di Cesana (Zuid-West) | 6,5km | 7,6% | 495 | 2035m |
Verslag rit
Vandaag staat een ritje over Italiaanse grond op het programma, namelijk de route van de Italiaanse Gran Fondo Sestrière. In dit rondje zit onder andere de loodzware Colle delle Finestre, waarvan de laatste 8km onverhard zijn. Later in 2018 toont Froome hier zijn spierballen met zijn historische solo, waarmee hij de Giro in zijn voordeel beslist. We starten in Cesana Torinese. Hier rijd je vanuit Saint Michel de Maurienne in 45 minuten naar toe. Via een 13km lange toltunnel rijd je zo Italië in. Hier hangt wel een prijskaartje aan van €57,80 voor een retourtje. Hier hadden we niet op gerekend, dus het was even slikken, maar de fietsronde later die dag maakt alles dubbel en dwars goed! Als alternatief kun je overigens over Mont Cenis rijden naar Susa en daar starten, maar dan rijd je er wel 50 minuten langer op (enkele reis).
In Frankrijk is het slecht weer en miezert het als we wegrijden. Wonderbaarlijk komen we de tunnel uit in Italië aan de andere kant van de berg en is de lucht strakblauw! Startend vanuit Cesana Torinese rijden we de eerste 35km overwegend naar beneden richting Susa door een prachtig groen dal met mooie kastelen. In de winter is deze regio afhankelijk van wintersport en verschillende evenementen van de Olympische Winterspelen in Turijn vonden hier plaats.
Eenmaal aangekomen in Susa draaien we de Finestre op en begint meteen het steilste stuk van de klim en zie ik al snel 14% op mijn Garmin staan. Eenmaal het dorp uit slingeren we over tal van haarspeldbochten door het bos omhoog. De weg is smal, maar voor een klim door het bos is het een zware maar mooie klim met zo nu en dan een bruggetje. Na de eerste 10km tegen een kleine 10km komen we bij een picknicktafel en begint het onverharde avontuur. We hadden gelezen dat voor de Giro etappe het grindstuk van de klim wordt geprepareerd. Aangezien de laatste beklimming in de Giro ruim een jaar geleden is, ligt de weg niet zo strak als bij de profs en is het met name in bochten goed je best doen en het juiste spoor zoeken om geen voet aan de grond te hoeven zetten. Het is een toffe uitdaging en zonder voetje aan de vloer bereik ik de top. Een lange en zware beklimming, maar het uitzicht boven is prachtig. Het eerste deel van de onverharde weg gaat nog naar het bos, maar al snel wordt de omgeving kaler en het uitzicht mooier. Onderweg passeer je een paar boerderijen en verder is er helemaal niets. Heerlijk is ook dat de afdaling aan de andere kant geheel verhard is, wel zo fijn!

Eenmaal boven dalen we af naar het dal aan de andere kant van de berg. Hier stoppen we vlakbij de Olympische skischans om een hapje te eten. Eenmaal weer op pad vervolgen we onze weg naar de top van de bergpas en skidorp Sestrière, waarnaar de Gran Fondo is vernoemd. Hier start en finisht de officiële variant ook. Deze klim is eenvoudig en loopt pas de laatste 7km echt op met gemiddeld 6%.

Vanuit Sestrière dalen we af naar het dorpje waar onze auto staat. Niet om naar huis te gaan, maar om een andere lus naar de top van Sestrière te pakken welke ook onderdeel is van de Gran Fondo. Deze klim is wat pittiger en het is behoorlijk warm. Toch is 7km klimmen goed te doen en lijkt het op de dagelijkse afsluiter naar Les Karellis wat dat betreft. De weg naar boven is lekker rustig en het uitzicht is goed. Boven op de top dalen we af naar de auto en pakken daar nog een heerlijke gelato!








Dag 5: Rustdag – Wandelen naar Le Grand Coin (9,2km – 1179hm)
Weliswaar geen fietsrit op het programma vandaag om de benen wat rust te gunnen, maar de gemaakte wandeling is toch wel noemenswaardig en zeker een aanrader. Vanaf de Col du Chaussy (waar we met de auto heen zijn gereden) starten we de wandeling naar de bergtop Grand Coin. Later blijkt dat we naar Crêt Lognan zijn gewandeld, maar wij noemen het toch Grand Coin, omdat we deze bordjes hebben gevolgd. Van Crêt Lognan naar Grand Coin was niet echt verantwoord meer gezien de hoeveelheid sneeuw en hier waren we ook niet op gekleed. De top van Crêt Lognan ligt op 2696 meter hoogte en hier wandelen we in 4,5km naar toe. Gemiddeld betekent dit ruim 25%! Dit wisten we overigens allemaal vooraf niet, want het plan was ergens een rondje te gaan wandelen en een terrasje te pakken. Misschien maar beter ook. De route staat met gele bordjes aangegeven. We zijn echter al snel het pad kwijt en lopen door een steil met hoog gras bedekt weiland, waarna we weer op het pad zitten.
Samengevat was de route naar de top behoorlijk pittig en hebben we onderweg een paar keer gepauzeerd om wat te eten en te drinken. Onderweg heb je prachtige uitzichten over het dal en omliggende bergtoppen. Het laatste stuk naar de top ging zelfs door sneeuw. De afdaling was door de steiltje niet eens minder zwaar en na de zware tocht naar beneden hebben we een welverdiend biertje op het terras op de top van Chaussy gepakt. De volgende dagen heb ik meer spierpijn gehad, dan van al het fietsen bij elkaar deze week. Een rustdag was het wat dat betreft dus zeker niet, maar een mooi avontuur was het zeker (en ook weer eens wat anders).

Link naar Strava activiteit.




Dag 6: Col de l’Iseran (113,7km – 3010hm)
Ritinfo

Link naar Strava activiteit.
Naam beklimming | Lengte | Gem % | Aantal hm | Hoogte top |
Col d’Iseran | 31,9km | 4,3% | 1481 | 2770m |
Verslag rit
Vandaag staat er slechts één beklimming op het programma, maar toch moeten we hiervoor 113km afleggen. Ik heb lang niet zoveel spierpijn gehad als vandaag door het wandelen van gisteren. Gelukkig kom ik er met het fietsen snel achter dat dit gelukkig voornamelijk andere spieren zijn dan ik op de fiets gebruik. Met de auto rijden we naar Modane, vanuit waar we naar de een na hoogste col van Frankrijk gaan fietsen, de Iseran. Het profielkaartje start pas in Lanslebourg, vanuit waar het 31,9km naar de top is. Voor we hier zijn moeten we nog ruim 25km afleggen waarin we rond de 500 hoogtemeters maken (zo nu en dan op en af). De klim gaat redelijk recht toe recht aan door het dal en is niet zwaar te noemen. Door het dal fiets je van dorp naar dorp en soms zit er een enkele haarspeldbocht in. Dit gaat zo eigenlijk door tot Bonneval sur Arc, waar de klim pas echt begint. Vanf hier fiets je 975 hoogtemeters bij elkaar in 13km, wat neerkomt op 7,5% gemiddeld. Een soort Alpe d’Huez dus op het einde. Ze zijn vandaag met de weg bezig op het laatste deel en we moeten een keer voor een bergstoplicht wachten. Richting de top rijden we tussen de sneeuw. Logisch ook, aangezien de top op 2770 meter hoogte ligt. We zijn in 2 koppels van 2 op eigen tempo omhoog gereden. Eenmaal boven dalen we direct af om niet te koud te worden. Marten en Stijn komen we 3km voor de top tegen. Waar we naartoe fietsen is de lucht erg donker. Bij het inrijden van Bonneval sur Arc begint het keihard te regenen en zijn we binnen een mum van tijd doorweekt. De temperatuur is 5 graden en dat met natte kleding is geen succes. We krijgen het ijskoud. Gelukkig hebben we het lastige deel van de klim droog afgedaald en kunnen we op de resterende 45km(!) wat meer bijtrappen. Rillend zitten we op de fiets en we rijden zo hard als we kunnen kop over kop om onszelf een beetje warm te houden, wat lastig is. We hadden als plan om bij goede benen op de terugweg nog de Mont Cenis op te fietsen, maar dat laten we maar voor wat het is. Ik denk aan Marten en Stijn die waarschijnlijk wel in de regen vanaf de top moeten afdalen en daar was het zelfs maar 3 graden en de eerste 13km van hun afdaling kunnen ze helemaal niet meetrappen en is het dus nog kouder. Freek kan niet meer 15km voor we bij de auto zijn en we besluiten op eigen tempo naar de auto te fietsen om te voorkomen dat ik het zelf nog kouder krijg. Eenmaal bij de auto zet ik mijn fiets op het dak, wacht op Freek, help hem ook en we stoken de auto maximaal warm. We hebben verder ook geen droge kleren bij ons, dus we moeten het hier maar mee doen. We besluiten Marten en Stijn tegemoet te rijden. Na 15km komen we ze dan eindelijk tegen en ze zijn helemaal verkleund. Ze willen toch fietsend de auto halen en komen een klein uur later bij hun auto aan om vervolgens naar het appartement te gaan en ons daar goed op te warmen. Dit was een van mijn koudste ritten ooit, brrr! Foto’s die ik meestal in de afdaling maak heb ik nu dus niet 😉


Dag 7: Mollard, Toussuire, Croix de Fer & Les Karellis (146,5km – 4489hm)
Ritinfo

Link naar Strava activiteit.
Naam beklimming | Lengte | Gem % | Aantal hm | Hoogte top |
Col du Mollard | 19,8km | 5,5% | 1112 | 1630m |
La Toussuire | 16,2km | 7% | 1141 | 1705m |
Le Croix de Fer | 29km | 5,2% | 1645 | 2064m |
Les Karellis | 7km | 8% | 560 | 1264m |
Verslag rit
Vandaag is alweer de laatste dag en we besluiten wat beklimmingen in de buurt te gaan fietsen en kijken waar we zin in hebben. We willen in ieder geval Col du Mollard en La Toussuire opfietsen, omdat we die nog nooit hebben gedaan. We starten met Col du Mollard. Via deze wat onbekendere doorsteek kun je ook naar de Croix de Fer fietsen. Vanuit Villargondran fietsen we het bos in en volgen de haarspeldbochten elkaar snel op. Na 11km rijd je het bos uit en loopt de klim ook heerlijk met steeds rond de 7%. Eenmaal het bos uit bij Albiez le Jeune vlakt de klim wat af en wordt het landschap open met her en der groene heuvels.

Na 5km afdalen kun je ervoor kiezen naar de top van Croix de Fer te fietsen. Wij slaan echter rechtsaf richting Saint Jean de Maurienne. Dit is eigenlijk de afdaling van de Croix de Fer. Op weg naar beneden slaan we af richting de Toussuire. Dit is een skistation waar de tour ook weleens finisht en hier kun je over verschillende wegen naartoe. Vanaf de afslag is het ruim 13km naar de top. De klim loopt lekker maar is niet de meest inspirerende. Eenmaal aangekomen in het skidorpje rijden we er een rondje en dalen af naar Saint Jean de Maurienne. Tijd voor lunch!

Na een (te) groot bord pasta besluiten we nog niet naar huis te gaan, maar de Corix de Fer ook eens vanuit deze kant op te fietsen. De andere kant hebben we al twee keer gedaan, maar deze kant nog niet. Vanuit Saint Jean de Maurienne is de klim eigenlijk een drietrapsraket. Trap 1 is 4km lang, trap 2 is 5km lang (9% gemiddeld) en trap 3 is 13km lang die richting de top steeds steiler wordt. Op een rustig tempo fietsen we omhoog en ik merk dat ik teveel gegeten heb en heb last van mijn buik. Gelukkig zit er na iedere trap een stukje afdaling of vlak in om bij te komen. In de laatste 5km gaan we beiden op eigen tempo naar de top, aangezien ik het tempo niet kan volgen. Een minuut later kom ik boven en schieten we een foto. Nu is het afdalen naar beneden met twee keer een klein stukje klimmen. Vanuit Saint Jean de Maurienne fietsen we door het dal terug naar ons appartement en sluiten we uiteraard af met Les Karellis en zit de fietsvakantie erop. Al met al is het toch nog een behoorlijk pittige dag (en eigenlijk ook week) geworden.




Geef een reactie